Gennep

“Het college van Gennep is er opnieuw in geslaagd om een sluitende begroting zonder extra bezuinigingen op tafel te leggen. De focus van de coalitie van SP, KERN en D66 op essentiële thema's voor onze inwoners brengt dus een gezonde financiële positie met zich mee”, aldus SP-fractievoorzitter Rob Janssen gisteren tijdens de begrotingsbehandeling.

Volgens Janssen verwoordt de titel van de begroting 2016-2019 - 'Focus op wat we doen' – prima de koers van de gemeente. In Gennep is sinds het aantreden van de huidige coalitie sprake van terughoudendheid als het gaat om grote nieuwe projecten met een gebrekkig draagvlak onder de bevolking. Wat uiteraard niet betekent dat er niets gebeurt. Janssen: “Momenteel maakt onze gemeente meters in het kader van welhaast de grootste operatie ooit in Gennep: de decentralisatie van de zorg. Daarnaast krijgt de werkgelegenheid een flinke impuls door de ontwikkelingen op De Brem.”

Lees de volledige eerste termijn van Rob Janssen:

'Voorzitter,

Voor ons ligt de begroting 2016-2019, die als titel “Focus op wat we doen” heeft meegekregen. De SP-fractie voelt zich prettig bij die titel. Die suggereert immers dat we in Gennep ook de komende tijd ons willen blijven concentreren op hoofdzaken, op prioritaire taken, op essentiële thema's voor onze inwoners. Dat is in lijn met het coalitie-akkoord en dat is goed om te constateren. Daarnaast zien we dat het college erin is geslaagd om een sluitende begroting te presenteren, zonder extra bezuinigingen. Dat mag – gezien de turbulente tijden – enige naam hebben anno nu.

Een van die essentiële thema's is uiteraard de zorg. De decentralisatie in de zorg heeft ertoe geleid dat gemeenten zich hebben moeten heroriënteren op hun takenpakket. Het is een gigantische operatie die veelal in samenwerkingsverbanden is opgepakt, en die nieuwe aspecten heeft toegevoegd en feitelijk nieuwe eisen heeft gesteld aan de lokale democratie, ook in Gennep. Om voortdurend op de hoogte te blijven van wat de decentralisatie in concreto voor onze inwoners betekent, hebben wij eerder dit jaar het meldpunt 'Uw zorg, onze zorg' ingericht. Ik acht de tijd rijp om een kleine impressie te geven van de meldingen die daarop tot nu binnen gekomen zijn. Om een lang verhaal kort te maken: tot een storm van klachten heeft het tot nu toe niet geleid. Wel tot een aardig aantal vragen – ook uit buurgemeenten overigens. Soms puur informatief, zo van: “Waar moet ik zijn voor vragen over de regiotaxi, doelgroepenvervoer?” Of: “Wanneer krijg ik nou de beschikking van de gemeente?” En soms toch ook uitingen van onzekerheid, bijvoorbeeld: “Ik lees vreselijke dingen van elders uit het land, staat mij dat ook te wachten?” In de meeste gevallen hebben wij als SP mensen van informatie kunnen voorzien, of kunnen doorverwijzen naar de betreffende medewerker bij de gemeente. Eén geval wil ik er echter even uitlichten. Dat betrof een kleine zorgaanbieder in de thuiszorg uit de gemeente Bergen, die er gewoon niet meer uitkwam met de gemeente, qua declaraties, rekeningen, administratie, gemaakte uren, bevoegdheden etc. Kan gebeuren. Maar het feit dat de gemeente Bergen ook tot de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein Limburg Noord (MGR) behoort, trekken we ons dit toch aan. In zekere zin is het ook onze medeverantwoordelijkheid dat het daar goed loopt en daarom denken wij dat het goed is dat binnen de MGR de zogenaamde Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning van de landelijke Transitiecommissie Sociaal Domein gemeengoed wordt. Wij vinden dat Gennep die moet ondertekenen en de andere zes MGR-gemeenten ertoe moet aansporen om dat ook te doen. De doelstelling daarvan is namelijk en ik citeer uit de Code: mensen in staat stellen zo lang als mogelijk thuis te blijven wonen tegen een adequaat pakket aan arbeidsvoorwaarden voor de medewerkers die hiervoor de zorg en ondersteuning verlenen. Wij dienen daartoe een motie in.

Voorzichtig concluderend stellen wij dat Gennep de decentralisatie in het sociale domein redelijk op orde heeft – dit mede dankzij de gemeentelijke bestemmingsreserve voor de zorg, die er op initiatief van de SP is gekomen. Maar tevreden achteroverleunen is niet aan de orde. Er zijn wel degelijk nog onzekerheden – bijvoorbeeld in de jeugd-GGZ – en het kan zijn dat de bestemmingsreserve aangevuld moet worden.

Onderdeel van het sociale domein is volgens ons ook de speelruimte in de gemeente. Wij wezen in de commissievergadering al op het feit dat een actualisatie van het speelruimtebeleid er al had moeten zijn. Wij vinden het slecht, dat het er nog niet is. Het gaat namelijk niet alleen over onderhoud en eventuele uitbreiding cq verbetering van de bestaande voorzieningen, maar ook om achterstallig onderhoud. Een voldoende onderhoudsniveau vinden wij cruciaal gezien het belang van het veilig, schoon en aantrekkelijk houden van speelruimtes en daarmee tevens het stimuleren van sport en bewegen en het stimuleren van het leggen en onderhouden van sociale contacten op deze ontmoetingsplaatsen.Wij roepen het college op om hier snel orde op zaken te stellen en dienen hiertoe samen met KERN en D66 een motie in. Maar zo lang willen we eigenlijk niet wachten. We willen dat er alvast met dat onderhoud begonnen wordt. Samen met het CDA dienen we een motie in om geld vrij te spelen zodat er alvast begonnen kan worden met genoemd onderhoud.

Nog een thema dat in onze ogen in het sociale domein thuishoort: de Martinushof. Ik wil bij deze benadrukken dat het hier gaat om een zorgvraag, namelijk een goede woonvoorziening voor pg-patiënten. Moet die voorziening op de Martinushof of op De Logte? Een werkgroep is bezig om de juiste en volledige munitie aan te leveren om die afweging zo zorgvuldig mogelijk te kunnen maken. Daar wil en kan ik niet op vooruitlopen. Maar nogmaals: het gaat hier primair om een zorgvraag. En als ons dan geluiden bereiken van: “Ach, die pg-patiënten komen toch helemaal niet meer buiten”, of: “Wat moeten die mensen nou met een keukenblok in hun woning?” – dan doet ons dat een beetje verdriet. Dat is in onze ogen niet hoe je over medeburgers zou moeten praten.

Voorzitter, dan het vluchtelingenvraagstuk. In onze ogen maakt dit in bredere zin ook deel uit van het sociale domein. Ik wil echter namens mijn partij even helder stellen hoe wij hier in staan. Dat is niet van: “Beste COA, bedeel Gennep alstublieft met zoveel mogelijk vluchtelingen”, hetgeen aan de PvdA, SP, CDA, KERN en D66 door een enkeling in de media werd toegeschreven. De SP zegt ook niet: “Laat maar komen allemaal”. Evenmin wensen wij de zaak te economiseren, in de zin van: wij kunnen die mensen hier goed gebruiken – in wat voor zin dan ook. Daar haal je alles mee door elkaar. Wij denken namelijk ook – en dat is een zijstraat – dat de herkomstlanden die mensen op termijn goed kunnen gebruiken, nl. bij de wederopbouw van die landen. De SP zegt: 1) Draag eerst bij aan goede opvang in de betreffende regio, in dit geval het Midden-Oosten, 2) Zorg voor 'hot-spots' aan de buitengrenzen van de EU, waar in menswaardige omstandigheden mensen kunnen worden opgevangen en asielprocedures snel in gang gezet kunnen worden, en 3) Zorg voor goede opvang voor de mensen die hier zijn. En over stap 3 praten wij in Gennep: is onze gemeente bereid en in staat om ook verantwoordelijkheid te nemen binnen haar mogelijkheden? Antwoord volgens ons: ja. Wij vinden dat het college hierin verantwoord, verantwoordelijk, zakelijk en sociaal opereert. En dat ook op de juiste manier uitdraagt. Oprechte complimenten hiervoor aan de portefeuillehouder, de burgemeester.

Kortom: financieel lijken we als gemeente op orde te zijn, economisch lijkt zich een grote impuls voor te doen in de vorm van De Brem, sociaal-maatschappelijk kan het er zeker mee door. College, focus verder op wat we doen blijf kijken over de landsgrens voor zaken die ons aangaan en raken – en niet alleen kijken, maar ook handelen – en blijf ten alle tijden alert.'